Uithuiszetting minderjarig of meerderjarig kind?

Het is nooit leuk om je kind uit huis te moeten zetten, vooral als je kind meerderjarig is en weigert weg te gaan. Wat je ook doet hij of zij vertrekt niet. In Amerika hebben de wanhopige ouders van een 30-jarige man het afgelopen jaar daarom de hulp van de rechter moeten inroepen. Want wat ze ook deden, zoonlief was niet van plan om te vertrekken. Hij was ‘er nog niet klaar voor om op eigen benen te staan’. De rechter oordeelde anders en de zoon moest zijn spullen pakken. Gelukkig gaat het in de meeste gevallen niet zo ver in ons kikkerlandje. Wat de regels precies zijn en hoe je de uithuiszetting in jouw geval het beste kunt aanpakken, lees je in deze blog.

Uithuiszetting minderjarig kind

Kinderen jonger dan 18 jaar mag je uit huis zetten, maar hieraan zijn strenge voorwaarden verbonden. De wet bepaalt dat je als gezaghebbende ouder voor je minderjarig kind onderdak moet verschaffen, maar niet dat dit in je eigen huis moet zijn. Op grond daarvan kun je je minderjarig kind de deur wijzen. Uiteraard ligt hier wel een verschil tussen een kind van 10 en een kind van 17 jaar. Belangrijk is dat een kind in zo’n situatie wel voor zichzelf moet kunnen zorgen. Die zelfredzaamheid verschilt van kind tot kind, waarbij de leeftijd een grote rol speelt. Tegenwoordig is het tenslotte niet ongebruikelijk dat een 17-jarige op zichzelf gaat wonen. Kort gezegd, hoe jonger het kind, hoe minder snel die zelfredzaamheid zal worden aangenomen door de kinderrechter. Zit jij in een moeilijke gezinssituatie? Neem dan contact met ons op. Onze juristen kunnen jouw situatie in kaart brengen en samen met jou bekijken wat je het beste kunt doen.

Fatsoenlijk onderdak

Als je ervoor kiest om je kind niet bij je in huis te laten wonen, dan dien je zelf voor fatsoenlijk onderdak voor je kind te zorgen. Ook moet je ervoor zorgen dat het kind over voldoende financiële middelen beschikt om in eigen onderhoud te kunnen voorzien.
Minderjarigen zijn volgens de wet handelingsonbekwaam. Dit betekent dat toestemming nodig is van een ouder of andere wettelijke vertegenwoordiger om rechtshandelingen te kunnen verrichten. Dat is bijvoorbeeld het geval als je kind in een huurwoning of op kamers gaat wonen en de huurovereenkomst ondertekend moet worden. Is je kind minderjarig, dan moeten jullie samen de huurovereenkomst tekenen. Je blijft als ouder verantwoordelijk voor het tijdig betalen van de huur!

Uithuiszetting meerderjarig kind

Je hebt als ouder gezag over je kind totdat hij of zij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Vanaf dat moment is je kind meerderjarig. Dit betekent echter niet dat je onderhoudsplicht naar je kind toe vervalt. De wet verplicht ouders hun kind te voorzien in de kosten van het levensonderhoud en hun studie. Deze zorgplicht om je kind te onderhouden, vervalt pas als je kind 21 jaar wordt. Er wordt namelijk vanuit gegaan dat een kind van 21 jaar of ouder in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Het kan voorkomen dat een kind na zijn of haar 21ste levensjaar ‘behoeftig’ blijft. Bijvoorbeeld als je kind een (ernstige) handicap heeft. Zit jij een zo een situatie en heb je hier vragen over? Neem dan contact met ons op. Onze juristen helpen je graag op weg.

Vrijwillige en onvrijwillige uithuiszetting

Als je een moeilijk opvoedbaar kind hebt, bijvoorbeeld met ernstige gedrags- of ontwikkelingsproblemen, kan het zijn dat je niet meer de zorg kunt geven die je graag wil. Dit kan de beste overkomen! Gelukkig kun je hier hulp bij krijgen. Hulpverleners zullen samen met jou gaan kijken of de situatie thuis inderdaad onhoudbaar is geworden. Er wordt gekeken of het mogelijk is om je kind thuis te kunnen houden, want dat is natuurlijk wel het fijnst. Als je een onhandelbare puber hebt, zijn er ook speciale hulpverleningsprogramma’s waar je puber aan kan deelnemen. Alles zal eraan gedaan worden om ervoor te zorgen dat je kind gewoon thuis kan blijven wonen. Maar soms blijkt uiteindelijk toch dat uithuisplaatsing het beste is voor jullie allebei. Je kind kan dan (tijdelijk) uit huis geplaatst worden. Omdat je hiermee instemt wordt deze uithuisplaatsing ‘vrijwillig’ genoemd. In de Richtlijn Uithuisplaatsing vind je allerlei informatie over het uithuisplaatsen van je kind.

Naast de vrijwillige uithuisplaatsing, is er ook de onvrijwillige uithuisplaatsing. Een onvrijwillige uithuisplaatsing gebeurt in situaties waar de uithuisplaatsing niet door de ouders wordt verzocht. Dit komt voor in situaties waar een kind ernstig wordt verwaarloosd of mishandeld. Dan komen instellingen als Bureau Jeugdzorg of Veilig Thuis in beeld om te kijken of zij de noodzakelijke hulp kunnen bieden. Mocht dit uiteindelijk niet lukken, dan zal de kinderrechter worden ingeschakeld. De kinderrechter zal beslissen waar het kind het beste (tijdelijk) kan wonen. Meestal legt de rechter de maatregel ondertoezichtstelling op, maar wat is dit nu eigenlijk?

Ondertoezichtstelling

De kinderrechter kan een maatregel opleggen om het gezag van de ouder(s) te beperken. Ondertoezichtstelling (ots) is een maatregel die bij jeugdbescherming het meeste wordt opgelegd. Deze maatregel kan alleen worden opgelegd in situaties waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn.

Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je kind niet voldoende meewerkt met de geboden hulpverlening. Dus de hulpverlening die Veilig Thuis of jeugdzorg of een dergelijke instantie biedt. Of dat de hulpverlening niet het gewenste effect heeft gehad waardoor de situatie onveranderd blijft. De hulpverlener zal dan de Raad voor de Kinderbescherming moeten inschakelen. De Raad voor de Kinderbescherming doet onderzoek naar de vraag of de ontwikkeling van het kind in de huidige situatie in gevaar is. Komt uit het onderzoek naar voren dat dit inderdaad het geval is? Dan zal de Raad de kinderrechter verzoeken om een ots.

Een ots is dat je vanuit een gecertificeerde instelling een gezinsvoogd krijgt toegewezen, die het gezin begeleidt en ondersteunt. Het is de bedoeling dat de ouders wel de meeste verantwoordelijk blijven dragen tijdens de ots, bijvoorbeeld als het gaat om geldzaken of de vertegenwoordiging van het kind. Meestal kan het kind ook gewoon thuis blijven wonen. De gezinsvoogd bekijkt of dit het beste is gezien de situatie. Als de gezinsvoogd vindt dat het beter is dat het kind met ots (tijdelijk) in bijvoorbeeld een pleeggezin te plaatsen, zal de kinderrechter hier toestemming voor moeten geven. Je gemeente is sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de ots en zal ervoor zorgen dat je een gezinsvoogd toegewezen krijgt. Ben je het als ouder niet eens met het verzoek tot ots? Dan kun je bezwaar maken, maar dan moet je wel gezag hebben over je kind. In deze blog lees je hoe dat werkt. Kom je er niet uit? Onze juristen helpen je hier graag verder bij.

Ondertoezichtstelling: de regels

Soms is de situatie voor de veiligheid van een kind dusdanig onhoudbaar, dat het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming niet kan worden afgewacht. De kinderrechter kan dan een voorlopige ondertoezichtstelling (vots) opleggen. Deze vots duurt maximaal drie maanden. Vervolgens wordt er beoordeeld of de voorlopige ondertoezichtstelling moeten worden omgezet naar een ondertoezichtstelling, of dat de maatregel beëindigd kan worden. Als ‘normale’ ots wordt opgelegd, is dit in eerste instantie voor één jaar. Vervolgens kan dit jaarlijks worden verlengd. De gezinsvoogd zal voor een verlenging moeten aantonen dat de gronden voor de maatregel nog steeds gelden. Maar wat zijn deze gronden eigenlijk?

  • de ontwikkeling van je kind wordt in de huidige situatie ernstig bedreigd. Bijvoorbeeld dat je kind niet goed presteert op school;

  • zorg van hulpverleners die noodzakelijk is om deze bedreiging te verminderen, wordt door de ouders niet genoeg geaccepteerd.

Er moet wel een reële verwachting zijn dat de ouders binnen een bepaalde tijd weer zelf voor het kind kunnen zorgen.

Geschreven door Leonie Koopman

bron en extra info : https://nl.hellolaw.com/juridisch-nieuws/minderjarig-of-meerderjarig-kind-uit-huis-zetten